De medewerkers van het LUMC Oncologie Centrum zien het als hun opdracht om kanker beter te begrijpen en op te sporen. Maar ook om nieuwe behandeltechnieken te ontwikkelen en toe te passen. Dit betekent dat de patiëntenzorg onlosmakelijk verbonden is aan onderzoek. Er worden verschillende stadia van onderzoek onderscheiden.
Fundamenteel onderzoek
Fundamenteel kankeronderzoek is er op gericht om oorzaken van kanker te begrijpen en ideeën voor mogelijke nieuwe vormen van behandeling te ontwikkelen. Fundamenteel kankeronderzoekers verrichten in het laboratorium experimenten op tumorweefsel, kankercellen of modellen van kanker die zich voor de beantwoording van de onderzoeksvraag lenen.
Een voorbeeld van fundamenteel onderzoek op het gebied van oncologie is signaalstoffen in normale en oncologische celgroei. Onderzocht wordt hoe signaalstoffen vanuit cellen werken in normale celgroei, en hoe dit ontregeld kan raken in het geval van kanker.
Een ander voorbeeld is onderzoek naar hoe schade aan het genetisch erfgoed van lichaamscellen ontstaat dan wel gerepareerd kan worden. Afwijkingen van deze processen leiden tot genetische instabiliteit en zijn heel belangrijk voor het ontstaan en het gedrag van kanker. Begrip van deze processen kan leiden tot nieuwe diagnostische methodes of behandelingen om die ontregeling te stoppen. Het fundamentele onderzoek in het LUMC sluit dus aan bij de zorg die wij verrichten.

Translationeel onderzoek: ‘Van-lab-naar-bed’ en ‘Van-bed-naar-lab’
Translationeel onderzoek heeft meerdere doelen. Enerzijds moet het de resultaten van het fundamenteel kankeronderzoek toepasbaar maken voor de zorg. Als bijvoorbeeld een nieuw ontdekte signaalstof kankergroei bevordert, zal het translationeel onderzoek aantonen of een remstof van dit signaal veelbelovend is voor toepassing in patiënten. Voor dit soort translationeel onderzoek zijn vaak biobanken van tumormateriaal onontbeerlijk.
Een andere vorm van translationeel onderzoek probeert door laboratoriummethodes symptomen bij kankerpatiënten te begrijpen: Waarom groeit een type kanker soms heel hard en soms niet? Waarom reageert de kanker van één patiënt op een ingezette therapie en dezelfde kanker in een andere patiënt niet? Waarom krijgen sommige patiënten bijzondere bijwerkingen? Deze benadering wordt ook ‘Bedside-to-Bench’ (‘Van-bed-naar-lab’) genoemd.
Klinisch onderzoek
Bij klinisch onderzoek zijn patiënten direct betrokken. Er zijn verschillende soorten klinisch onderzoek: diagnostische studies en interventionele studies (behandelstudies).
Bij zogenoemde interventionele studies is vaak het doel nieuwe behandelmethodes toe te passen en met bestaande behandelingen te vergelijken. Door deelname aan behandelstudies kunnen patiënten toegang krijgen tot de nieuwste geneesmiddelen en behandelmethodes. Een voorbeeld van een klinische studie op het gebied van oncologie is de DRUP-studie. Dit is een onderzoek naar het effect van nieuwe medicijnen die voor een bepaalde vorm van kanker al op de markt zijn maar op individuele basis bij andere vormen van kanker toegepast kunnen worden.
Bij diagnostische studies worden nieuwe methodes, bijvoorbeeld nieuwe beeldvormende technieken of gevorderde tests op het bloed, onderzocht om de kanker beter te kunnen meten of begrijpen. Deze methodes worden gecontroleerd, getoetst en geëvalueerd. Bij diagnostische studies ondergaat de patiënt alleen de gewone behandeling.
Uitvoeren van klinische studies gebeurt altijd op verantwoorde en gecontroleerde manier. De onderzoeksprotocollen van klinische studies moeten voldoen aan strikte wettelijke eisen en zijn altijd goedgekeurd door de Medische Ethische Commissie (METC) van het LUMC. Iedere deelnemende patiënt moet uitgebreid geïnformeerd zijn over redenering en de uitvoering van de studie en moet schriftelijk zijn toestemming hebben gegeven.